Als ik u de vraag stel: “Mag een zwakbegaafde kinderen krijgen?”, wat is dan hierop uw antwoord?

In dit betoog verdedig ik het standpunt waarom zwakbegaafde mensen wel kinderen mogen krijgen.

Kijkt u eens goed naar het plaatje hiernaast; het is het eerste wat u is opgevallen aan dit artikel.
Als ik u nu de vraag stel: “Mag een zwakbegaafde kinderen krijgen?”, wat is dan hierop uw antwoord?
De persoon hiernaast is een zwakbegaafde met een IQ tussen de 70 en 85. Hij is ondanks zijn zwakbegaafdheid een beroemde acteur in Amerika. Zo heeft hij 4 jaar lang zijn eigen serie gehad en acteert hij daarnaast in vele andere bekende series zoals E.R. en Touched by an Angel. De meesten van jullie zullen in eerste instantie geantwoord hebben dat hij geen kinderen mag krijgen. Nu het bekend is wie hij is, zijn jullie dan gedachten veranderd? Zo ja, dan vindt ik het een beetje hypocriet.

In de politieke arena woedt momenteel een vurige discussie met een controversiële vraag: “Mag een zwakbegaafde kinderen krijgen?”

Het is ongelooflijk dat zo’n vraag überhaupt gesteld wordt. Laat mij helder uitleggen waarom ik dit verbijsterend vind. Mijn standpunt is duidelijk: een zwakbegaafde mag zeker kinderen krijgen, en ik zal mijn standpunt krachtig onderbouwen.

In onze samenleving geldt het principe van gelijkheid voor iedereen, met gelijke rechten en plichten. Dat betekent dus ook voor zwakbegaafde individuen. Het is wettelijk vastgelegd en daarover valt geen discussie te voeren. Artikel 1 van onze grondwet (het gelijkheidsbeginsel) stelt duidelijk dat iedereen, ongeacht kleur, leeftijd, ras of geestelijke vermogens, gelijk behandeld moet worden. Discriminatie op basis van gezondheid of intelligentie is simpelweg in strijd met de wet. Bovendien is elke persoon uniek en kunnen we niet iedereen over één kam scheren.

We horen vragen als “is het verstandig?” en “is het goed voor hun kinderen?”. Uiteraard zijn dit relevante vragen die serieus overwogen moeten worden. Echter, wetenschappelijk onderzoek toont aan dat niemand ervan houdt om betutteld te worden, ook zwakbegaafde mensen niet. Bovendien is er geen bewijs voor erfelijke zwakbegaafdheid, wat betekent dat kinderen van zwakbegaafde ouders niet automatisch zwakbegaafd geboren worden. Een sociaal vangnet biedt hen ondersteuning, maar dit wordt niet altijd op waarde geschat of begrepen. Met de juiste begeleiding kunnen zwakbegaafde individuen prima beslissen of ze in staat zijn om kinderen op te voeden. Talloze positieve praktijkvoorbeelden tonen aan dat dit mogelijk is. Neem bijvoorbeeld William Westveer, directeur van de Verstandelijk Gehandicapten Vereniging Onderling Sterk, wiens zwakbegaafde gezin twee gezonde zonen grootbrengt dankzij een goed functionerend sociaal vangnet. Hierdoor zijn zij volwaardige deelnemers aan onze maatschappij. Natuurlijk is het realistisch om te erkennen dat niet alle zwakbegaafde mensen geschikt zijn om kinderen op te voeden. Maar wie zijn wij om hen dit fundamentele recht te ontnemen? Er bestaan protocollen om te beoordelen of zwakbegaafde individuen wel of geen kinderen mogen krijgen, vaak gebaseerd op hun IQ. Echter, gelden dergelijke protocollen ook voor “gezonde” mensen zoals Kelly of Patty Brard (beiden met een IQ van 52)? Moeten we nu een hele groep mensen stigmatiseren vanwege een protocol? Protocollen zijn vaak op gemiddelden gebaseerd en laten weinig ruimte voor individuele beoordeling.

Aan de andere kant wordt vaak als tegenargument genoemd dat begeleiding ook tekort kan schieten. Begeleiders kunnen niet 24/7 aanwezig zijn en soms functioneren ze niet naar behoren. Voor deze mensen moet er meer geïnvesteerd worden in opleidingsmogelijkheden, zodat zij kwalitatieve begeleiding kunnen bieden in plaats van directief optreden.

Dus de volgende keer dat iemand met de vraag “mag een zwakbegaafde kinderen krijgen?” geconfronteerd wordt, zou het eigenlijk al vanzelfsprekend moeten zijn dat deze vraag niet gesteld mag worden, omdat dit de rechten van de mens schendt. Onderzoek heeft aangetoond dat er geen medische of wetenschappelijke bezwaren zijn, er zijn genoeg positieve praktijkvoorbeelden en protocollen bieden geen uitkomst. Elk individu is uniek, en we weten dat zelfs “gezonde” mensen niet altijd in staat zijn om kinderen fatsoenlijk op te voeden.

Dus wie zijn wij om hun dit fundamentele recht te ontzeggen?